Landelijke Cliëntenraad: fraudeboetes moeten worden herzien
In een brief aan de Tweede Kamer (pdf) heeft de Landelijke Cliëntenraad (LCR) verzocht om herziening van ondeugdelijke fraudeboetes. Het gaat om boetes die zijn opgelegd van 1 januari 2013 tot 24 november 2014.
Eerder zei minister Asscher (SZW) de boetes niet te willen herzien omdat dit te kostbaar zou zijn. Het UWV heeft naar schatting 50 miljoen te veel geïncasseerd.
De LCR vindt dat er een herziening moet plaatsvinden, omdat de wetgeving juridisch niet deugde. Daaruit moet het kabinet gevolgen trekken en zich niet verschuilen achter ‘precedentwerking’. Wie een fout maakt, wordt bestraft. Dat is de teneur van dit kabinet en daar moet hij zich zelf ook aan houden.
Uit de brief:
"De Fraudewet moet worden aangepast omdat hij juridisch ondeugdelijk is. Er zijn dus in de periode van 1 januari 2013 tot en met 24 november 2014 boetes vastgesteld op ondeugdelijke gronden. Dat is een goede reden om deze boetebesluiten te herzien. De vrees voor precedentwerking zou de overheid scherp moeten maken en houden.
De overheid heeft de plicht om deugdelijke wetgeving te maken. Als blijkt dat dit niet het geval is dan heeft dat consequenties. Dan dienen straffen en boetes te worden herzien. Wie zijn billen brandt moet op de blaren zitten, dat geldt ook voor een kabinet dat fouten in zijn wetgeving maakt.
Het argument dat mensen gebruik hadden moeten maken van hun recht op bezwaar en beroep is te gemakkelijk. Eerder in deze brief heeft de LCR er al op gewezen dat de meest kwetsbaren niet of nauwelijks aan de bel kunnen of zullen trekken als er een boete wordt opgelegd."
De LCR is een overlegorgaan voor landelijk cliëntenraden, waaronder die van het UWV.