Geen fraudeur, toch boete: aanbevelingen

Op 4 december 2014 publiceerde de Nationale ombudsman een onderzoek naar de uitvoering van de Fraudewet. Hij deed daarin de volgende aanbevelingen:

5.4 Aanbevelingen

1. Uitkeringsgerechtigden mogen verwachten dat een boete in ieder individueel geval proportioneel is. Behoorlijk overheidsoptreden vergt dat het besluit een boete op te leggen altijd een individuele afweging kent. Drie criteria moeten hierbij zichtbaar aan bod komen:

a. Kan de betrokkene redelijkerwijs een verwijt worden gemaakt?
b. Is er sprake van dringende redenen om af te zien van boeteoplegging?
c. Is de opgelegde boete evenredig in verhouding tot de ernst van de regelovertreding?

2. Ga coulant om met overtredingen van de inlichtingenplicht als plausibel is dat een andere oorzaak dan het willen frauderen ten grondslag ligt aan het overtreden van de inlichtingenplicht. Geef uitkeringsgerechtigden hierbij het voordeel van de twijfel. Zadel hen niet op met een onmogelijke bewijslast.

3. Bij deze coulante houding hoort ook dat deze mensen een lagere boete opgelegd krijgen. Bepaal dat in deze situatie een boete van ten hoogste 10% van het benadelingsbedrag mag worden opgelegd. Dit is in elk geval zo als de oorzaak van de regelovertreding (mede) gelegen is in:

a. de complexiteit van de overheid,
b. het niet aankomen van informatie,
c. het (nog) niet beschikbaar zijn van informatie,
d. het subjectief onvermogen: vergissen, vergeten, misverstand, niet weten

4. Bij vergissingen en geringe termijnoverschrijdingen is een waarschuwing passend. Zolang deze mogelijkheid er wettelijk niet is, zou ook in deze gevallen volstaan moeten worden met een boete van ten hoogste 10% van het benadelingsbedrag.

5. Voorkom dat iemand wordt uitgesloten van schuldhulpverlening.

6. Draai de maatregel om bij herhaalde overtreding van de inlichtingenplicht de beslagvrije voet niet te respecteren terug. Mensen worden door deze maatregel buitensporig getroffen.

7. Verlaag de strafrechtelijke aangiftegrens van € 50.000. Voor het opleggen van de huidige hoge boetes zijn de waarborgen zoals aanwezig in het strafrecht vereist.